Marianne Benkö

toont schilderijen in gemengde techniek; olieverf / encaustiek gecombineerd al dan niet met diverse materialen en wandtapijten in wol gemengd met katoen en zijde. Met textiel schildert zij voorstellingen die refereren aan de Verdures van weleer: wandtapijten vol complexe afbeeldingen van planten, bomen en landschappen.

Na haar jeugd en textielopleiding in Hongarije kwam ze voor de liefde naar Nederland. Zij realiseerde zich dat het licht hier zo totaal anders was, dat ze besloot de gelaagdheid ervan weer te geven in haar schilderijen. Zij noemt dat het ‘mysterie van het witte transparante licht’. Alsof alles achter een waas zit, waarschijnlijk door de hoge luchtvochtigheid onder invloed van de zee. Om die gelaagdheid te kunnen uitdrukken had ze iets nieuws nodig dat ze vond in de encaustic-techniek. Het woord komt uit het Oud-Grieks. Ze ontdekte dat ze in een soort dikke waslaag met een scherp voorwerp haar ornamenten kon kerven. Daarop bracht ze dan laag voor laag zelfgemaakte verf op.

De natuur is altijd haar inspiratiebron gebleven, bomen, takken, de seizoenswisselingen, water. Ook de Oosterse sfeer van spiritualiteit boeit haar, net zoals de natuur daar en de plekken met verlaten beschavingen, waar de overdadige en niet te remmen natuur de cultuur overneemt. Die chaos inspireert haar enorm.

Ze heeft altijd behoefte gehad aan grote gebaren en grote oppervlakten en vindt het werken op een klein oppervlak veel moeilijker. Hier zijn zeer grote en wat kleinere werken te zien.

Uit de Verf in de Stof Marianne Benkö’s Natuurlyriek

Uit tienduizend draden van zijde en katoen doemt een boom op, gras, gebladerte, of de wereld in het water, gebroken door een kring van golfjes. Het kleurgebruik is subliem, klassiek, bont en toch subtiel uitgebalanceerd. Elk werk heeft zijn eigen karakter, zijn eigen oorsprong in een ander moment van de verbeelding en de noeste arbeid van deze unieke kunstenares.

Ik ben vaak sceptisch gestemd bij wat op het eerste gezicht woest expressionistische abstractie lijkt. Ik verwijt menig kunstenaar toe te geven aan de willekeur, die ik als vijand van de kunst beschouw. Dat het medium de boodschap zou zijn vind ik cynische flauwekul. Natuurlijk is het motief van een schilderij gegeven, een toevallige samenloop van omstandigheden, ‘zomaar iets’. Maar of iemand trouw weet te blijven aan dat motief, het weet te zuiveren en te verheffen boven ‘zomaar wat’, of zich juist laat afleiden en verleiden tot bont effektbejag, dat bepaalt of ik vol bewondering of vol ergernis voor het werk sta.

Marianne Benkö maakt wandtapijten, een oud ambacht en kunst waarin zij de vegetatieve natuur en haar innige visie samensmeedt tot fijn geschakeerde lyrische composities. Zij volgt de traditie door die composities eerst op kleinere schaal te schilderen, maar gebruikt de laatste computergestuurde Jacquard techniek om het geschilderde beeld als weefsel uit te voeren. Daarbij werkt zij nauw samen met de experts van het weefbedrijf. Zij kent het handwerk tot in de rafelige puntjes, en herinnert zich de zware dagen en nachten aan het weefgetouw. Ook nu verwerkt zij allerlei borduursels in het geweefde doek, om de laatste accenten te zetten, net zoals schilders dat vroeger deden op varnishing day.

Wandtapijten behoren in de eerste plaats, maar niet in de laatste, tot de decoratieve kunst, die wezenlijk een functie van de ruimte is waarin het doek komt te hangen. Marianne Benkö gaat het liefst uit van een interieur waarvan haar werk de kille muur isoleert, de ruimte sfeer en warmte geeft, en het gesprek of vergadering dat er plaats vindt stimuleert. Terwijl veel collega’s uitgaan van het medium en de mogelijkheden van de techniek, houdt zij zich met haar virtuoze middelen aan haar visie, haar ‘verhaal’, ook als dat geen plot heeft zoals de oude middeleeuwse gobelins.

Ik heb de indruk met een natuurmens te verkeren die de beschaving verrijkt met precies dat wat die dreigt te verliezen: de vrije vorm, de grillige lijn,de fijne schakering en de prioriteit van het hart boven het berekende nut. Uiteindelijk zijn het de suggesties van onkruid en drassige oevers, wortels en stronken, dat wil zeggen van dingen die mensen niet kunnen maken, maar wel met rust kunnen laten, die haar kostbare kunstprodukten de vitale rol geven in het interieur waarvoor zij bestemd zijn. Ik ontkom niet aan de indruk dat Marianne iemand is die slechts uit de zuiverste bronnen drinkt, zoals de negen in herten veranderde gebroeders doen in Bartok’s Cantata Profane, een van haar favoriete stukken muziek. 

Marianne Benko
beschikbaar werk van Marianne Benkö